Single, maar-niet-alleen reis naar Java en Bali
Ingezonden door Twan
Ik had er bijna een jaar naar uitgekeken en er naartoe geleefd: mijn eerste reis naar Indonesië. Via Fox reizen, toen nog in Nieuw Vennep gevestigd, had ik een éénentwintigdaagse singlereis naar Java en Bali geboekt. Tijdens mijn oriëntatie op die reis was ik bang dat het concept van die reis, een singlereis, zou inhouden dat ik daardoor in een eenentwintig dagen durend jachtseizoen terecht zou komen, waarbij hordes hormonaal ontregelde heren en dames elkaar achterna zouden zitten in de woeste binnenlanden van de Gordel van Smaragd. Daar had ik helemaal geen zin in.
Fox organiseert altijd voor deelnemers aan hun reizen en zij die zich nog aan het oriënteren zijn, een licht- en geluidsshow op hun hoofdkantoor. Ik ging daar naartoe en vond al snel aansluiting bij meerdere aanstaande reisgenoten. Enkelen van hen hadden al één of meer singlereizen met Fox gemaakt. Discreet informeerde ik naar hun ‘jachtakte’. Die was absoluut niet nodig zo werd mij verzekerd. Later zou ik ook van de reisbegeleidster Johanna, die al jaren voor Fox in Indonesië werkte, horen dat zij in bijna tien jaar slechts twee keer had meegemaakt dat er iets tussen reisgenoten was opgebloeid.
Daarvan was één stel nadien zelfs getrouwd. Enigszins gerustgesteld, zette ik mijn handtekening. Tenslotte bepaalde ik zelf nog altijd wat ik wilde doen. Dat was vooral genieten van dat prachtige land. Op de dag van vertrek verzamelden alle deelnemers zich bij de balie van Fox op Schiphol. Daar zagen de meeste vakantiegangers elkaar voor het eerst. De groep van achttien personen bestond uit nagenoeg evenveel mannen als vrouwen en de diversiteit qua leeftijd liep van amper twintig tot ongeveer vijfenzestig jaar. Wie zijn ticket nog niet had, kreeg het hier alsnog.
Daarna gingen we door de paspoortcontrole en de douane. Vanuit de vertrekhal zag ik de Boeing 747 van KLM al op ons staan wachten. Tegen mijn verwachting in zat de groep in het vliegtuig niet bij elkaar, maar verspreid over het vliegtuig. Het zou een lange vlucht worden, dus ik ging er maar eens goed voor zitten. Slapen in een vliegtuig kon ik toch niet. Bijna twintig uur later landden wij in Jakarta. Daar stond onze reisleidster Johanna ons al op te wachten. Johanna was een geweldige vrouw. Echt van het type moederkloek.
Zij was een Indonesische, maar had als jonge vrouw haar opleiding tot verpleegkundige in Nederland gevolgd en afgemaakt. Na de scheiding van haar Nederlandse man was zij teruggegaan naar haar vaderland. Ons grote voordeel was dat Johanna dus zowel Nederlands als Bahasa sprak. Onze reis hield in grote lijnen in dat wij als groep in ongeveer vijftien dagen met een luxe touringcar van Jakarta aan de westkust van Java, naar de oostkust van dat eiland zouden rijden. Een afstand van toch ruim vijftienhonderd kilometer.
Vanaf de oostkust van Java zouden we met een veerboot de oversteek naar Bali, het eiland van de duizend tempels, maken om de laatste dagen van onze reis op dit goddelijke eiland door te brengen. De reis over Java bracht ons, naast alle must-have-seen plaatsen, ook naar de minder bekende, maar daardoor juist vaak authentiekere oorden. Johanna's ogen stonden geen moment stil. Als zij onderweg iets zag dat de moeite van het bekijken waard was, dan, schema of niet, moest onze chauffeur vol op de rem en volgde een bezoek met toelichting door die geweldige vrouw.
Zo stonden we het ene moment stil bij een kapokveld of theeplantage om daarna spontaan rubber getapt te zien worden of te drogen hangende tabaksbladeren te bewonderen. Toen iemand van ons bij het rubber tappen, opmerkte dat dit dus eigenlijk de geboorteplaats van veel condooms was, was de hilariteit groot en het gezicht van Johanna vuurrood. Onze reis was een rondreis en dat hield in dat wij bijna elke nacht in een ander hotel sliepen. Elke dag moest in- en weer uitgecheckt worden. Daar waren we na vijf dagen al erg handig in.
Wat mij opviel, was dat ik elke dag toch steeds dezelfde reisgenoten als buren had. Volgens Johanna had dat met de volgorde van boeken te maken, dus het ging niet op alfabet of leeftijd. Zo had ik elke dag Saskia links en M. rechts van mij. Het was een heel leuk gezelschap. Het verschil in leeftijd en achtergrond zorgde juist voor een sprankelende diversiteit binnen de groep. Op de eerste avond na aankomst in Jakarta was ik amper op mijn hotelkamer aangekomen toen er op mijn deur werd geklopt. Toen ik opendeed keken de blauwe ogen van Saskia mij aan.
Zij had een probleempje. Zij was de code van haar koffer vergeten en kreeg dat ding nu dus niet open. Of ik raad wist? Op Saskia’s kamer stortte ik mij op het slot dat ik na veel gepruts als een ware Houdini open wist te krijgen. Ik kreeg hulde, dank en een zoen van de juffrouw. Mijn eerste goede daad die vakantie. Op dag twee ging onze reis eigenlijk pas goed van start. Zoals de ene bezienswaardigheid op de andere volgde, zo volgde ook de ene reisdag op de andere. Telkens had ik ’s nachts Saskia en M. als buurlieden.
Op de laatste dag op Java aan de oostkust zaten we niet echt in een hotel, maar bestond ons onderkomen uit vrijstaande traditionele huisjes. Erg authentiek en vooral erg luxe. ’s Avonds zat ik met een fles Bintang bier op mijn veranda mijn dagboek bij te werken en de foto’s van die dag terug te kijken. Het was al donker en er vlogen allerlei vlinders rond mijn huisje. Een vlinder of vlieg die iets te dicht bij de muur kwam, moest dat met de dood bekopen, omdat de tjitjaks, kleine roze hagedissen die aan de muur lijken te plakken, hen meteen opaten.
Saskia voelde zich niet lekker en dook links van mij vroeg haar bed in. M., een jongedame uit Brabant, zat ook op haar veranda. Zij vroeg of zij met mijn foto’s mee mocht kijken. Dat mocht uiteraard en M. kwam, gewapend met ook een fles Bintang en een sigaret, naast mij zitten. Wij bogen ons over mijn camera. We zaten lekker te kijken en vrolijk te babbelen. Ik haalde bij de receptie nog een biertje voor ons dat wij op mijn veranda soldaat maakten. Het was al bijna twaalf uur. Morgenochtend zou de bus om acht uur vertrekken naar de haven om de oversteek naar Bali te maken.
M. en ik wensten elkaar een goede nacht en ieder dook in zijn en haar bungalow. Ik besloot om voor de nacht nog even een frisse douche te nemen. Na mijzelf afgedroogd te hebben, kroop ik naakt tussen de lakens. Ik deed het licht uit en wilde gaan slapen. Voor mijn gevoel lag ik nog geen tien minuten in bed toen er op mijn deur werd geklopt. Raar zo midden in de nacht. Wie weet had iemand ergens hulp bij nodig, dus ik sloeg een handdoek om en liep naar de deur. Daar stond M. in haar lange t-shirt.
Aan haar lange donkerbruine haar dat nat was, zag ik dat M. ook een douche had genomen. Zonder blikken of blozen vroeg M. of zij die nacht bij mij mocht slapen. Onze huisje hadden allemaal twee eenpersoonsbedden. Ik probeerde te ontdekken wat M’s bedoeling kon zijn. Toen ik haar dat bij het binnenlaten vroeg, antwoordde M. dat zij zich eenzaam voelde. M. had mij op de veranda al verteld dat zij kleuterleidster was en thuis een vriendje had waarmee zij pas vier weken voor deze reis een relatie had gekregen.
Nu, twaalfduizend kilometer van huis en alleen op haar kamer, had zij opeens die eenzaamheid ervaren. Was het wel slim om M. in het andere bed te laten slapen? M. was een, laat ik zeggen, boeiende jongedame van net vijfentwintig. Ik was hard op weg om dubbel zo oud te zijn. Als ik helemaal eerlijk naar mezelf was dan twijfelde ik aan mijn redenen om in te stemmen met haar voorstel. Was dat omdat ik uit zorgzaamheid iets aan M’s gevoel van eenzaamheid wilde doen? Of school daar een andere, meer lichamelijke reden achter? Ik zei tegen M. dat zij hier mocht blijven.
Ogenschijnlijk dankbaar stapte M. in haar bed. Ik had nog getwijfeld of ik vanwege mijn gast dan toch maar een boxer aan moest trekken. Ik besloot om gewoon mijn handdoek weer af te doen en ik schoof in Adamskostuum tussen mijn lakens. Ik weet niet wat het was. Kwam het nou de ontspannen sfeer van de vakantie? Lag het aan de altijd aanwezige hitte? Of kwam het omdat ik een paar flessen Bintang had gedronken? Ik had geen idee. De wetenschap dat nog geen drie meter bij mij vandaan een prachtige jongedame in alleen een t-shirt lag, maakte mij toch onrustig.
Ik besloot om even een flesje water uit de koeling te halen. Ik nam een paar slokken en besloot M. te vragen of zij ook nog wat water wilde drinken. Ik liep naar M. en was eigenlijk helemaal vergeten dat ik naakt was. M. lag stil met haar rug naar mij toe. Toen ik zachtjes haar naam noemde, draaide zij zich om en keek mij aan. Ik weet niet of M. zag dat ik naakt was. Ik stelde haar mijn vraag en M. ging daar dankbaar op in. Wat er op dat moment door mijn hoofd ging, durf ik niet meer te zeggen. Wat ik wel weet is dat ik mijn rechterarm om M. sloeg en ik haar kuste.
M. keek mij met haar bruine ogen aan en leek te proberen mijn gedachten te lezen. Als zij dat had gekund dan weet ik niet of zij geschrokken zou zijn. Ongeveer twee seconden later zoende M. mij terug. Ik trok M. dichter naar mij toe en rook haar parfum. Wij zoenden elkaar en mijn handen gingen op ontdekkingsreis. M. verstijfde. Dit was niet goed. Ik was te ver gegaan. Ik haalde mijn armen terug en verontschuldigde mij. 'Dat was niet nodig', zei M. Zij zei zelf ook niet helemaal zeker te zijn over haar bedoelingen en verweet mij niets.
Ik stelde voor dat het misschien toch beter zou zijn als M. weer naar haar eigen huisje zou gaan. Dat vond M. niet nodig en zei toch liever bij mij te willen blijven slapen. Ik streelde met een vinger haar voorhoofd en wenste haar een goede nacht. De volgende morgen om half zeven volgde het ontbijt dat tijdens onze hele reis uit nasigoreng met soep en toebehoren had bestaan. M. was al uit bed gestapt en was naar haar eigen huisje teruggegaan. Even lager zag ik haar weer in de eetzaal. Ik was blij en opgelucht dat ik vannacht niets had gedaan waar ik nu spijt van moest hebben.
Na het ontbijt laadde de bijrijder van de bus onze koffers in en ging het richting Bali. Het is heel vreemd, maar ondanks dat daar niets over af is gesproken, heeft iedereen tijdens zo’n reis een vaste plaats in de bus. Wij dus ook. Normaal zat Herman naast mij, maar voordat wij wegreden vroeg M. aan Herman of hij met haar van plaats wilde ruilen. Herman vond dat prima en dus zat M. naast mij. Ze had een goed humeur en ratelde maar door. Zij had ook humor en we zaten regelmatig te schateren van het lachen.
In de haven aangekomen reed de hele bus op de veerboot. De overtocht naar Bali zou iets meer dan een uur duren, dus iedereen verliet de bus om op de boot lekker van de frisse zeewind te genieten. Ik zat achterop het bovendek met mijn benen bungelend over de rand. M. kwam naast mij zitten. Na een minuut of tien vroeg M. of zij, ook met haar benen bungelend, tussen mijn benen in mocht zitten. Zonder verder nadenken, stemde ik toe. We spraken niet veel en namen in ons hoofd afscheid van Java.
Aan de horizon was Bali al duidelijk te zien. Elke omwenteling van de scheepsschroeven bracht ons dichterbij die parel van Indonesië. Op Bali reden we ruim twee uur voordat wij bij ons hotel in Kuta aankwamen. Het hotel, Rama Beach, was in een patiovorm gebouwd. Naast kamers in het vierkante hoofdgebouw in de grote binnentuin waren zelfstandige bungalowtjes met elk een eigen zwembadje gebouwd. Iedereen kreeg zijn of haar sleutel en ging met zijn of haar koffer naar de aangewezen bungalow. Saskia zat weer links van mij. Rechts om de hoek liep M. haar bungalow binnen.
De middag werd besteed met een bezoek aan de grote markt in Denpasar. Het avondeten was niet bij de reis inbegrepen, maar sommige reisgenoten besloten om toch bij het restaurant van het hotel te gaan eten. Een klein groepje, waarin onder andere Saskia, M. en ik zaten, koos ervoor om Kuta in te gaan op zoek naar iets traditionelers. We vonden een restaurantje, Pantai, aan het strand van Kuta waar heerlijke Indonesische gerechten met veel vis en kreeftachtigen werden geserveerd.
Iedereen stortte zich met overgave op de prachtige schotels die één voor één op de lange tafel werden gezet. Het was enorm gezellig. De grappen, anekdotes en de Bintang vloeiden rijkelijk. Hest was echt een heerlijke avond. Toen het groepje weer terugkwam in het hotel liep iedereen naar zijn of haar bungalow. M., Saskia en ik besloten nog wat te gaan drinken aan de bar. Tegen twaalven stonden we op en liepen de patio in. M. pakte mijn hand en zo liepen we naar onze bungalows. Voor de deur van haar bungalow nam M. afscheid.
Voordat zij zich omdraaide, gaf zij mij een zoen op mijn mond en zei: ‘Nog bedankt voor gisteravond.’ Dat gaf mij een heel goed gevoel. In mijn bungalow besloot ik om nog even mijn privézwembad in te duiken. Omdat ik toch alleen was, had ik geen zwembroek aangetrokken. Hoorde ik het nou goed? Werd er weer op mijn deur geklopt? Op weg naar de deur schoot ik mijn badjas aan en deed open. Daar stond M. op een manier die mij raakte. Het huilen leek haar nader te staan dan het lachen. Ik wilde haar in mijn armen nemen om haar te troosten.
Ik vergat volledig dat mijn badjas daardoor openviel, maar dat maakte op dat moment niets uit. Ik nam M. met lichte aandrang mee naar binnen en sloot mijn deur. Wij gingen op het bed zitten. Ik hield mijn arm om M’s schouder geslagen. Er werd geen woord gesproken, maar toch waren M. en ik op dat moment één. Hoe het vanaf dat moment precies verder is gegaan, ben ik kwijt. Mijn herinnering aan de rest van de avond en nacht begint weer vanaf het moment dat M. en ik op het bed lagen en wij elkaar aankeken.
Volledig passend in de sfeer van het moment en het relaxte van de tropen zoenden wij elkaar. Niet wild en ongeremd, maar met gevoel en passie. Dezelfde passie die ervoor zorgde dat wij even later naakt op, naast en onder elkaar lagen. Mijn armen en benen waren overal en kwamen daarbij die van M. tegen. De momenten dat wij niet in elkaar verstrengeld waren, waren net zo teder als die momenten waarop wij dat wel waren. Toen wij samen een hoogtepunt hadden bereikt, wist ik eigenlijk niet eens zeker of ik wel klaargekomen was. Dat deed er op dat moment ook niet toe.
Dit was iets moois en iets goeds. M. is die nacht bij mij gebleven. De laatste dagen op Bali brachten wij eigenlijk samen door. Met een taxi reden we over het eiland. We stonden poedelnaakt onder een verlaten waterval en zeilden met een catamaran over een kratermeer. We zagen de zon in zee verdwijnen achter Tanah Lot en bezochten de Kecak. M. vloog vier dagen eerder terug dan ik. Ik had de optionele verlenging geboekt en M. niet. Toen M. in de bus naar het vliegveld stapte, wisten wij beiden dat het hier voor ons op zou houden, maar het was goed zo.
M. zou teruggaan naar Brabant en ik weer naar Utrecht. Ik heb nooit helemaal kunnen ontdekken hoe M. aan mijn adres is gekomen, maar ik verdenk Fox Reizen van medeplichtigheid. Feit is dat ik bijna twee jaar later een trouwkaart van M. kreeg. Met een nadrukkelijke uitnodiging voor de receptie. Het leek mij voor alles en iedereen beter dat ik niet zou gaan en dat heb ik ook niet gedaan. Het ga je goed M. en blijf gelukkig!
Beoordeel hieronder het verhaal