Au?

Gepubliceerd op 2 juli 2021 om 17:28

Vandaag heb ik, na een aarzeling van slechts achttien8 jaar mijn eerste tattoo laten zetten. Wat ik daarover ga schrijven is waarschijnlijk alleen maar interessant voor de mensen die ook nog over die drempel heen moeten. Net als met seks vond ik de aanloop, het voorspel, eigenlijk nog wel leuker dan het feitelijk gebeuren zelf. Het nadenken over de eerste schets die je tig keer en tot wanhoop van de artiest laat aanpassen.

Dan uiteindelijk ’s morgens voor de laatste keer in jouw leven met een maagdelijke huid voor de spiegel staan. Het is de opbouw. Met knikkende knieën en een hartslag van plus veertig en dito bloeddruk, fietste ik naar de poel der zonde waar de marteling zou plaatsvinden. In mijn hoofd stonden demonen met stompe naalden in een rij opgesteld om mij toch maar vooral zoveel mogelijk pijn te gaan doen.

In mijn hoofd had de hoofd demoon ook nog eens een tribune laten opzetten om toch maar zoveel mogelijk mensen van het bloederige evenement mee te kunnen laten genieten. Toen ik eindelijk, en na twee keer te zijn doorgelopen, met ware doodsverachting de deur van the Temple of Doom binnenging, had ik mij verzoend met de gedachte dat ik mijn volgende moment van bewustwording bij Petrus voor de Hemelpoort zou beleven. Ik vroeg mijzelf nog af: Waarom wil ik dit?

Ik wil niet generaliseren door te zeggen dat wij, mannen, veel kleinzeriger zijn dan vrouwen. Ik ben dat in elk geval zeker. Toen Steve met zijn martelwerktuig gevaarlijk dichtbij kwam, peinsde ik nog over een wederzijdse afspraak van ‘laten wij ELKAAR geen pijn doen’. Jaren geleden probeerde de fabrikant van het anti-maagzuur middel Rennie zijn verkoop een boost te geven met de slogan ‘Wrijven helpt niet, Rennie wel’.

Op dat moment realiseerde ik mij dat wrijven mijn lijden alleen maar zo verergeren. Het kopje met negen naalden raakte voor het eerst mijn huid. De verwachte marteling viel al na dertig seconden enorm mee. Niet dat ik in de stoel lag te gieren van de lol, maar als het niet erger zou worden dan dit dan zouden de twee ingeplande uren geen martelgang van kromme Leendert worden. Het ‘zetten’ van de contouren duurde drie kwartier.

Ik had meer last van Usher, die op de tv zijn muziek aan mij opdrong, dan van de negen naaldjes in de kop van de machine. Mogelijk had Steve in de gaten dat hij mij niet genoeg pijnigde. Daarom verruilde hij voor het invullen van de grotere vlakken de kop met negen naaldjes voor eentje met elf. Steve verzekerde mij dat ik qua pijn nu wel waar voor mijn geld zou krijgen.

Ik moet toegeven dat die twee extra naalden wel hun best hebben gedaan om mijn pijngrens op te rekken, maar toch bleef ik na de ruim twee uur durende sessie zitten met de vraag waarom ik dit niet achttien jaar geleden niet had laten doen? Ik stond net voor de spiegel. Ik ben blij met mijn lichaamsversiering en ook een heel klein beetje trots op mijzelf. Ik wilde mijn ervaring en gevoel natuurlijk delen met Jewel.

Met de haar kenmerkende nieuwsgierigheid slurpte zij al mijn informatie dankbaar op. ‘Joh Twan, je moet er een blog over schrijven!’ Ik heb dat gedaan. Met veel meerwaarde? Ik laat het aan de afwegingen van Jewel over of zij het verhaal van een kleinzerig mannetje gaat plaatsen. Mijn volgende project gloort al aan de horizon. Ik overweeg serieus om een piercing te nemen. Ik hoop alleen dat dat niet opnieuw achttien jaar van geestelijke voorbereiding gaat vergen. Ik vermoed dat ik voor die tijd al om andere redenen bij Petrus aan de Hemelpoort heb aangeklopt.