Maandagmorgen 8.00 uur
Tijdens mijn ochtendwandeling kwam zij ineens uit een zijstraat lopen. Samen met haar hond, die later een kruising tussen een zwarte Labrador en een Mechelse herder bleek te zijn. Ik liep door over het trottoir en zij stak de brede groenstrook over om daarna over het fietspad haar wandeling voort te zetten. Zij maakte indruk op mij. Schuin van achteren zag ik een redelijk kleine, slanke vrouw van eind dertig, begin veertig lopen. Zij droeg een ruim vallend grijsgroen mini-jurkje.
De totale dissonant met haar jurkje bestond uit een paar legerkistjes, waarvan de neuzen met modder en klei waren bedekt. Halflang lichtblond haar golfde bij iedere stap. De kleine blondine was duidelijk via haar telefoon in gesprek. Voor het bruggetje kwamen trottoir en fietspad even kort samen. Om zich daarna weer te splitsen. Ik hield rechts aan om op het trottoir te blijven. Zij liep met haar hond rechtdoor op het fietspad.
Na 200 meter kwamen wij elkaar bij de oversteekplaats naar de bushalte weer tegen. Het telefoongesprek was beëindigd. Ik schijn op honden als een magneet te werken. Bovendien zijn Labradors natuurlijk ook gewoon allemansvrienden. Met een kwispelende staart en een helemaal swingend lichaam kwam de trouwe viervoeter voor mij staan om mijn aandacht op te eisen. Ik smolt voor die bruine ogen. Zoals dat vaker gaat was de hond het bruggetje naar een leuk gesprek.
De dame was niet direct een verwoestende schoonheid, maar dat maakte haar juist leuk. Ik ben niet zo van de modepoppetjes. Een bultje hier of een opvallend moedervlekje daar geven een vrouw voor mij net dat beetje extra. Wij bleken duidelijke overeenkomsten en gezamenlijke interesses te hebben. Honden, dressuurpaarden, wandelen door de natuur, ieder kon daar leuke verhalen en anekdotes over vertellen en deed dat ook.
Ik vroeg de vrouw die, nadat ik mijzelf aan haar had voorgesteld, zichzelf Marce noemde, of zij het leuk zou vinden om een stuk van onze wandeling samen voort te zetten. Marce zei dat erg leuk te zullen vinden. We liepen door het losloopgebied, dat op enig moment een fietspad kruist. Ik had daar afscheid kunnen nemen, maar omdat ik Marce in meerdere opzichten interessant vond, stelde ik voor om nog een stukje verder mee te lopen. ‘Ja leuk!’ was haar reactie.
Vanuit het losloopgebied wandelden wij de woonwijk weer in. Het was duidelijk dat zowel Marce als ik het jammer vond dat onze wegen zich nu onvermijdelijk gingen scheiden. Elk onderwerp leek een geldig excuus om nog even te blijven staan praten. Bij het uiteindelijke afscheid legde Marce haar hand even kort op mijn onderarm wat ik als een blijk van intimiteit uitlegde. Marce stond op mijn netvlies. Mogelijk zelfs op mijn verlanglijstje.
Iedere volgende wandeling hoopte ik Marce met haar zwarte kruising weer tegen het kleine lijf te zullen lopen. Ik paste mijn vaste wandelroute zelfs iets aan om mijn kans op een hereniging te vergroten. Helaas.
Vrijdagavond
Mijn avondwandeling voerde mij langs een basisschool. Op het schoolplein staat een grote zandbak, waarin schreeuwende – en joelende kinderen de capaciteit van hun stembanden aan het testen waren. Van achteren zag ik een kleine blonde vrouw zitten die naar een spelend meisje met twee witblonde staartjes keek. In het voorbijgaan herkende ik Marce! Ik riep haar naam en stak mijn hand op. Wel een blik in mijn richting, maar geen reactie.
Even stond ik stil, maar liep daarna toch door. Het was goed mogelijk dat het meisje met de staartjes Marce’s dochtertje was. En dat Marce niet wilde dat die iets van mijn aanwezigheid meekreeg. Als dat de verklaring was dan begreep ik dat wel.
Zaterdagmorgen
Bij de oversteekplaats voor de busbaan zag ik een zwarte Labrador aan komen sjokken. Het dier zag mij en begon enthousiast te kwispelen. In zijn kielzog zag ik Marce aan komen lopen. Weer druk in gesprek via haar telefoon. Ik besloot even af te wachten wat zij na het gesprek zou doen. Binnen 3 minuten zag ik Marce duidelijk in dubio staan. Ik stak mijn hand op en riep iets voorspelbaars.
Marce antwoordde niet, maar kwam langzaam naar mij toe lopen. ‘Ik wil je wat zeggen’, begon Marce. 'Ik heb gisteren bewust niet naar jou toe gereageerd en eerlijk gezegd schrok ik net toen ik jou zag lopen. Ik kan verder geen contact met jou hebben, want jij komt te dichtbij. Ik merk dat jij iets bij mij losmaakt wat gevaarlijk is voor mijn huwelijk.’ Wauw! Die had ik totaal niet aan zien komen!
Verschillende gevoelens vochten bij mij om voorrang, maar een gevoel afwijzing was daar absoluut geen van. Volgens mij had ik net het grootste compliment gekregen dat je als man maar kunt krijgen: ik had een blauwtje gelopen, maar wat een prachtig blauwtje! Zo blijkt maar weer eens dat een half leeg glas tegelijk ook half vol is. Het is een kwestie van beleving.