De Hunkerbunker

Gepubliceerd op 23 mei 2021 om 11:21

Ik woonde nog maar net in het seniorencomplex, maar al vanaf dag twee was duidelijk dat ik sowieso maar een van de drie mannelijke bewoners was, maar daarbij ook nog eens veruit de jongste. Naast dat ik een van de slechts drie mannen was, was ik ook nog eens de enige single man. Mijn getrouwde bovenbuurman meldde mij al in de eerste week dat in dit complex het jachtseizoen op mannen permanent geopend was. Hij zei dat met een brede glimlach en een vette knipoog. Daarom had het complex ook als bijnaam ‘de Hunkerbunker’ voegde hij daar breed lachend aantoe.

Ik was nog druk bezig met het inrichten van mijn appartement op de begane grond, toen het appartement naast mij een nieuwe bewoonster kreeg. Een dame van drieëntachtig met een triest verhaal. Zij had het appartement met voorrang toegewezen gekregen in verband met de spierziekte van haar echtgenoot. Echter, op de dag van hun verhuizing bleek haar echtgenoot ’s nachts in bed te zijn overleden. Ik trok me haar verhaal en situatie aan en bood aan om te helpen waar ik dat maar zou kunnen. Had ik dat maar nooit gedaan!

Het begon na twee maanden heel onschuldig met een aantal verzoekjes om met haar naar de oogarts in een naburig ziekenhuis te gaan. Daarna om tegen Kerstmis met haar bij een tuincentrum wat kerstinkopen te gaan doen. Van lieverlee ontstond er een band tussen mijn buurvrouw en mij die in haar ogen toch echt heel anders was dan de mijne, maar ook daarbij was sprake van een zekere opbouw. Het begon allemaal heel onschuldig met de mededeling dat zij had besloten om, net als haar dochter, schoonzoon en kleinkinderen dit jaar toch op vakantie te gaan.

De keuze van mijn buurvrouw was om naar Rhodos te gaan. Zij had al een leuk hotel uitgezocht. Toen ik haar een maand later sprak, vroeg ik haar of zij haar vakantie al had geboekt. Dat bleek niet het geval. ‘Ach’, zei zij, ‘alleen is ook maar alleen. En zeker onder de Griekse zon wil het lijf toch ook wat.’ Ik slikte. ‘Tja, ik mis toch wel een man in mijn leven’, vertelde de buurvrouw eerlijk. Op zich kon ik mij daar wel iets bij voorstellen, maar ik besloot de boot af te houden en er verder niet op in te gaan.

Een week of twee later liep ik mijn buurvrouw in de gezamenlijke hal weer tegen het lijf. Zij bleek nog steeds geen vakantie te hebben geboekt. In een adem voegde zij daar aantoe dat zij bij zichzelf toch wel een toenemende behoefte aan contact met een man had ontdekt. Volgens mij een eufemisme voor het feit dat zij zo langzamerhand wel weer eens aan een flinke portie seks toe was. Ik wist op dat moment niet wat ik met haar mededeling moest. Ik besloot om net te doen of ik die niet gehoord of niet begrepen had. Wat viel er aan haar uitspraken nou niet te begrijpen?

Veel duidelijker had mijn buurvrouw toch niet kunnen zijn? Mijn vermoeden dat ik blijkbaar tot haar uitverkorene was verkozen, vulde mij niet direct met vreugde of trots. Zij had met haar drieëntachtig jaar makkelijk mijn moeder kunnen zijn! Een week of wat later ging mijn deurbel. Vanwege de hoge fluittoon vervloekte ik dat ding. Mijn irritatie liep nog wat hoger op toen mijn buurvrouw voor de deur bleek te staan. Of zij even binnen mocht komen. Weigeren zou vreselijk onbeleefd zijn geweest en een goed excuus voor een afwijzing had ik ook niet meteen paraat.

Op de bank vertelde mijn buurvrouw mij dat zij mij een voorstel wilde doen. Ik veinsde een en al oor te zijn, maar ik voelde de bui al aankomen. En ja hoor, ze vroeg me of ik er niet voor voelde om met haar mee te gaan naar Rhodos? Weliswaar op haar kosten, maar dan wel onder twee voorwaarden. Ten eerste dat wij samen in een tweepersoons kamer zouden verblijven. Haar tweede voorwaarde was dat in die tweepersoons kamer ook een tweepersoons bed moest staan. Juist. Gelukkig viel mij op dat moment een briljante reden in om met respect voor haar wensen en gevoelens haar toch zeer genereuze aanbod helaas af te moeten slaan.

Het voelde als een narrow escape. Daarmee was de zaak toch wel afgedaan leek mij, maar onderschat nooit het doorzettingsvermogen van een bewoonster van ‘de Hunkerbunker’. Weer drie weken later was ik door een bovenbuurvrouw van ongeveer dezelfde leeftijd als mijn naaste buurvrouw uitgenodigd om vanwege haar verjaardag wat te komen drinken. Wij zaten met z’n tweeën over koetjes en kalfjes te praten toen haar deurbel ook weer zo vreselijk irritant piepte. Triomfantelijk stapte mijn naaste buuf met een groot boeket de kamer in.

Waar ik al bang voor was gebeurde natuurlijk. Buuf ging in de stoel naast mij zitten en mengde zich in de eerdere dialoog. Dat gesprek nam opeens een heel andere wending toen de bovenbuurvrouw even in de keuken iets te drinken in ging schenken. ‘Weet je, ik wil je anders ook wel gewoon voor de seks betalen hoor.’ En dat op een leeftijd, waarop je alles wel zo ongeveer mee denkt te hebben gemaakt. Ik ga dit jaar naar Indonesië op vakantie, maar dan toch maar zonder extra vakantiegeld...